'Het grootste risico van een bouwproces is het casco. Maar wij kunnen vertrouwen op onze geweldige samenwerking.'

Lont B.V. ontwikkelde zich in 99 jaar van een regulier bouwbedrijf naar een middelgrote regionale speler in woningbouw, agrarisch vastgoed en bestaande bouw. Ook is het familiebedrijf uit het Friese Sint Annaparochie actief als projectontwikkelaar. Lont koos al vroeg voor industrialisatie en ontwikkelde samen met IJb Funderingen, Spaansen Beton en Europrovyl – een van de bedrijven van de VHZ Groep - een betoncasco dat woningbouw sneller en efficiënter maakt. Alle reden dus voor een gesprek met directeur-eigenaar Jetze Lont.

Klant: Jetze Lont | Directeur-eigenaar Lont

Jullie zijn al vrij vroeg in de industriële woningbouw gestapt. Wat heeft jullie bewogen om dat te doen?

‘Mijn vader leerde me: snelheid is belangrijk. Je kunt met industrialisatie niet alleen de doorlooptijd verkorten, maar ook de kwaliteit verhogen. Dus waarom zou je het niet doen? Zeker in deze tijd van oplopende levertijden ben ik blij dat we kunnen terugvallen op onze vaste partners. En daarbij wil ik zeker Europrovyl noemen, een absoluut professionele partij, die altijd over onze schouder meekijkt om het proces nog verder te optimaliseren.’

"Je kunt met industrialisatie niet alleen de doorlooptijd verkorten, maar ook de kwaliteit verhogen."

In 2011 waren jullie ook één van de eerste bedrijven die ketensamenwerking aanging. Waarom pakten jullie dat pionierswerk op?

‘Voor aannemers was inkoop altijd hét instrument om geld te verdienen. Maar we zijn ook de partij die productinnovaties in de markt moet zoeken en die bij elkaar moet brengen. Voorheen lag dit voornamelijk bij de aannemers, wij hadden de macht en kracht van de inkoop. Maar we zagen vijftien jaar geleden al wel in: dat is onhoudbaar, de toeleveranciers gaan zich veel sneller ontwikkelen en innoveren. Waar vroeger de toeleveranciers afhankelijk waren van de aannemers, is dat helemaal gekanteld. Vandaar dat wij al vroeg hebben gezegd: we moeten naar vaste partners, we moeten het samen doen. Je moet je inkoop loslaten en zoeken naar de toegevoegde waarde. Hoe kunnen we elkaar sterker maken? Dat werkt ook gewoon veel leuker.’

Dat kan ik absoluut onderschrijven. Het is veel fijner werken als ketenpartner dan in de relatie inkoper-leverancier, alleen op prijs. Het is van een heel andere orde.

‘Met respect volwaardig samenwerken! We moeten allebei ons geld kunnen verdienen. Ik geloof dat we dat proces nu heel aardig onder controle hebben. We zitten in een andere tijd, met schaarste aan grondstoffen en personeel, maar we blijven dit doorzetten en doorontwikkelen.’

Lont 2
Lont 4

Is dat ook de reden voor de naamswijziging van ‘Bouwbedrijf Lont’ naar ‘Lont’?

‘Inderdaad. 98 jaar is onze naam Bouwbedrijf Lont geweest, maar inmiddels doen we méér dan bouwen. We ontwikkelen ook. Zelfstandig, maar ook voor collega-ontwikkelaars en voor woningcorporaties. En we zien nog een groeimarkt in beheren. Onze verantwoordelijkheid houdt niet op bij het opleveren, dat vonden wij ook al voordat er sprake was van de Wet Kwaliteitsborging. Wij vinden het eigenlijk jammer dat de invoering daarvan is uitgesteld, want wij zijn er klaar voor.’

"Waar vroeger de toeleveranciers afhankelijk waren van de aannemers, is dat helemaal gekanteld. Vandaar dat wij al vroeg hebben gezegd: we moeten naar vaste partners"

Lont

Terug naar industrialisatie. Jullie hebben al heel vroeg gekozen voor Europrovyl-kozijnen. Wat is de overweging geweest om voor kunststof te kiezen en niet voor andere materialen?

‘Wij waren inderdaad een van de eersten in Fryslân die kozen voor kunststof. Toen waren de materialen nog niet echt niet mooi, maar we hadden wel klanten die van hun onderhoud af wilden. Kunststof was destijds in inkoop veel duurder, maar we hebben toen geleerd het verhaal van Total Costs of Ownership (TCO) te vertellen: de investering is misschien iets hoger, maar dat verdien je terug omdat er veel minder onderhoudslasten zijn. Inmiddels werken we zeker 25 jaar met kunststof. De producten zijn inmiddels ook esthetisch een mooi alternatief voor hout.’

En als je nú de keuze hout-kunststof zou moeten maken? Waar zou je dan naar neigen en waarom?

‘Ik ben echt een LEAN-liefhebber. En daarbij praat je altijd over toegevoegde waarde. Is een kozijn toegevoegde waarde? Niet per se, want het gaat om het glas. We hebben wel onderzocht of we ook zonder kozijnen kunnen, maar dat is voorlopig niet aan de orde, al is het maar omdat je altijd een spouw moet overbruggen. En als je dan over materialen spreekt… Er zijn natuurlijk oplossingen waar hout fantastisch voor is. Voor monumenten bijvoorbeeld. Maar in de nieuwbouw… Als je kijkt naar de TCO dan zou ik altijd kunststof adviseren.’

"Als je kijkt naar de TCO dan zou ik altijd kunststof adviseren."

Lont 3

En als je kijkt naar circulariteit en andere duurzame ontwikkelingen? Hoe is dan de verhouding tussen kunststof en hout?

‘Dat vind ik een moeilijke. Het is maar net waar je naar kijkt. Je kunt zeggen: hout is biobased, dat is beter dan kunststof. Maar daar staat tegenover dat kunststof veel langer meegaat. En de schildercyclus van hout, eens in de zes jaar, wat doet die voor de duurzaamheid? Wij zien gelukkig dat Europrovyl volop bezig is met innovaties ten aanzien van duurzaamheid en circulariteit. Dat gaat alleen maar beter en sneller.’

Jullie zouden ook wel zelf kozijnen kunnen maken en monteren. Wat maakt nu dat jullie kiezen voor Europrovyl? Wat levert jullie dat op?

‘Tot ongeveer tien jaar geleden maakten we zelf stelkozijnen, maar we kunnen dat qua kwaliteit en kostprijs niet meer zelf realiseren. Aan de ene kant maken we ons afhankelijker door dit onderdeel uit te besteden, aan de andere kant is het alleen maar goed dat iedere ketenpartner zijn eigen specialisme blijft ontwikkelen.’

Was dat eng, om je afhankelijk te maken van vaste partners?

‘Zelf heb ik het nooit als eng ervaren, maar mijn vader en de vorige directie vonden het een slecht idee. Maar gelukkig hebben zij gezegd: Jetze, het is jouw visie, doe wat jij goed vindt. Ik ben van de nieuwe generatie hé? Ik kan wat meer loslaten en vertrouwen.’

"We spreken liever van dedicated partners. Toegewijd. Aan elkaar, aan hun product en aan het proces."

Wat verwacht je dan van vaste partners?

‘Dat ze een goed product leveren is een basisvereiste. Maar we willen óók dat ze innoveren, processen verbeteren, het niveau van de hele keten omhoog brengen. Elkáár beter maken. Wat dat betreft denken we dat ‘vaste partners’ niet meer het goede woord is. We spreken liever van dedicated partners. Toegewijd. Aan elkaar, aan hun product en aan het proces. Als je bijvoorbeeld kijkt naar onze casco-ready-samenwerking met Spaansen en Europrovyl: we hebben het BIM-men ontzettend goed onder controle. Daardoor is er nu ruimte om te kijken naar de laatste, kleine verbeteringen.’

Waarom kiezen jullie eigenlijk voor cascoready? Is dat vooral de doorlooptijd, of zijn er nog andere voordelen?

‘Het grootste risico van een bouwproces is het casco. Maar wij kunnen vertrouwen op onze geweldige samenwerking. De onderbouw - de palen en de fundering - doet IJb voor ons. Daarna komen Spaansen en Europrovyl die de casco’s wind- en waterdicht neerzetten. Onze werkvoorbereiding houdt letterlijk tijd over om alvast met een volgend project aan de slag te gaan. En onze uitvoerders hoeven pas te starten als het casco er al staat. We kunnen dus met dezelfde ploeg mensen, meer omzet maken. We zijn een leanere organisatie. Bovendien is de periode van voorfinanciering korter, want we kunnen snel wind-waterdicht factureren.’

Bouwen jullie eigenlijk überhaupt nog anders dan in prefab betoncasco?

‘Wij doen woningbouw, agrarische en bestaande bouw. Bij woningbouw proberen we altijd onze conceptwoning aan te bieden. Dan staat prefab beton bovenaan, casco-ready met kunststof kozijnen. Maar je moet nog wel eens naar een ander bouwsysteem, bijvoorbeeld vanwege welstandseisen. Ik denk dat we 15 tot 20 procent van de projecten in kalkzandsteen doen, daar zijn we traditioneel in thuis. Met name bij de appartementenbouw is het een logische keuze. Ook dan werken we altijd samen met Europrovyl. Niet cascoready, maar wel volgens dezelfde principes: uitwerken in BIM, vroegtijdig bij elkaar komen om het project door te nemen en zo snel mogelijk wind- en waterdicht.’

Hoe kijk je naar de toekomst van de woningbouw?

‘Woningen zijn nu veel te duur. Er zit een enorme installatiecomponent in en we hebben enorme prijsverhogingen gehad. Mede door de lage hypotheekrente zijn bij koopwoningen hoge vrij-op-naamprijzen nog niet zo’n groot probleem. Maar de huurmarkt, kent gewoon een plafond omdat verhuurders met maximale huurprijzen zitten. En dan heb ik het nog niet eens gehad over stikstof en PFAS… Al met al denk ik dat we als bouwers uiteindelijk wel 100.000 plus woningen aan kunnen, maar niet met de huidige wet-en regelgeving.’

Welke bijdrage levert Lont aan de oplossing van deze problemen?

‘Wij gaan altijd voor slimmere processen. LEAN, tussenstappen elimineren, alles slimmer maken. We focussen nu op het installatieconcept, daar moeten we echt keuzes in maken. En we blijven innoveren met Europrovyl en Spaansen. Binnenkort beginnen we met prefab element dat ook meteen is geïsoleerd én voorzien van een gevel van steenstrips. Dat zal heus niet overal toegepast worden, maar het is wel een van de antwoorden op de vraag hoe we de woningbouw kunnen versnellen en betaalbaar kunnen houden.

Spelen biobased materialen daar ook een rol in?

‘Zeer zeker! Wij hebben rentmeesterschap in ons dna. Wij zijn ervan overtuigd dat we de aarde in bruikleen hebben en hem beter moeten achterlaten dat toen wij hier kwamen. Dat heeft een menselijke component: respectvol, eerlijk, horizontaal omgaan met je mensen en je ketenpartners. Maar uiteraard gaat het dan ook over grondstoffen. We zijn betonbouwers, daar komt best nog wat CO2 bij vrij. Daar is nog geen oplossing voor, al zijn er wel ontwikkelingen met geopolymeren. Op het gebied van isolatie kunnen we wel al grote stappen zetten. We hebben een convenant getekend met de gemeente Leeuwarden, waarin we afspreken dat we zo veel mogelijk biobased gaan isoleren. Daarbij focussen we vooralsnog op hennep. Dat is een mooi materiaal en de kostpijs ligt best wel goed in vergelijking met traditionele isolatieplaten. En het kan lokaal verbouwd worden.’